Hoeveel
mensen dromen er van een ritje in een bloedmooie sportwagen, In mijn geval een
Ferrari? Het zijn er veel. Groot en klein, jong en oud. Er is een oud engels
gezegde dat zegt: ‘the only difference between a man and a boy is the size of
their toy’. Oftewel; het enige verschil tussen jongetjes en mannen is de
afmeting van hun speelgoed.
Mijn
droom werd werkelijkheid toen ik een jaar of twintig was. Ik sliep met mijn
vriendin in het toenmalige Crest Hotel in Antwerpen. ‘s Morgens na het ontbijt
liepen we naar buiten om een frisse neus te halen. We kwamen niet ver. Dat lag
niet aan de oogverblindende rode Ferrari 308 GTS (je weet wel, zo een als
Magnum had), maar aan mij. Ik stond als aan de grond genageld. Zo onder de
indruk.
Toen
ik de eigenaar zijn auto zag openen, raapte ik al mijn moed bij elkaar en
stelde dè vraag: ‘Mag ik alstublieft een stukje meerijden?’
Ondanks
zijn beperkte tijd reed hij een klein rondje met me. Of het leek een klein
rondje omdat alles zo snel en snel voorbij ging. Toen ik uitstapte en hem
bedankte zei hij:’ Er is één probleem, wie ooit in een Ferrari heeft gereden,
heeft de wens er één te bezitten’.
Het
begon met miniatuurauto’s. Van zo’n vier
tot wel zestig centimeter lang. Oude- en nieuwe modellen. Kasten vol met
schaalmodellen, boeken, video’s. Evenementen en shows bezoeken en uiteindelijk…
op mijn zesendertigste een echte! Een rode! Mijn eigen Ferrari. Een 348 TB. Nul
tot honderd in 5,8 seconden en een topsnelheid van 295 kilometer per uur. Een
jongensdroom die werkelijkheid is geworden.
Nu
kreeg ik met regelmaat de vraag of ik een rondje met iemand wilde rijden. Als
dat oprecht en enthousiast werd gevraagd dan deed ik dat met plezier. En telkens als mijn opgewonden passagiers
uitstapten, zei ik met een grote grijns: ‘je hebt een probleem…’
Op
een dag kwam Marion, moeder van een jongetje dat bij mijn zoontje op school
zat, met de bekende vraag.
Ze
vroeg het echter niet voor zichzelf, maar voor Deniz, een doodziek jongetje van
dezelfde leeftijd als mijn zoon. Bij Deniz was voor de tweede keer een tumor in
zijn hersenen ontdekt en deze keer zou hij het niet overleven. De tumor drukte
tegen een bepaald deel van zijn hersenen met als gevolg dat hij nauwelijks tot
geen vast voedsel kon binnenhouden. Hij zou zeker sterven aan zijn ziekte, maar
waarschijnlijk ook uithongeren.
Deniz,
zo vertelde Marion, had nog wel een aantal passies. Zo was hij helemaal weg van
voetbal en Feijenoord in het bijzonder. Ook wilde hij graag naar Turkije, het
geboorteland van zijn ouders, om zowel het land, als zijn opa en oma te zien.
En… hij was gek op snelle auto’s, Ferrari in het bijzonder.
De
vrienden van Deniz zijn voetbalclub hadden een bijzondere avond voor hen
georganiseerd, enkele dagen voor zijn vakantie naar Turkije. Tijdens die avond
zou hij van iedereen een cadeautje krijgen en ik mocht hem van huis naar het
clubgebouw brengen.
Met
gemengde gevoelens reed ik die bewuste avond naar zijn ouderlijk huis Blij dat ik dit voor hem kon doen, maar ook
bang om alleen te zijn met een kind dat binnenkort gaat sterven.
Toen
ik aan kwam rijden stond Deniz al klaar en liepen zijn ouders, broertje en
zusje mee naar de auto. Stevig in de gordels, een kussentje onder de kont (een
Ferrari is heeeel laag) en daar gingen we.
Ik
wilde hem wat gaan vertellen over de auto, maar tot mijn eigen verbazing vroeg
ik hem:’ Jij bent erg ziek hé jongen?’ Deniz keek met een verdrietige glimlach
en antwoordde bevestigend. ‘Hoe gaat het nu verder?’ vroeg ik zonder nadenken. ‘De dokter zegt dat ik mezelf beter moet
maken’ zei Deniz. ‘door mijn eten binnen te houden’, maakte hij de zin af.
Het
was een tijdje stil. Op het motorgeluid en de regen na. We praatten nog wat
over auto’s, voetbal en school en kwamen
een kwartier later dan afgesproken bij het clubhuis aan. Ouders, kinderen en
begeleiders stonden ons al op te wachten.
Ik
ben gebleven en was onder de indruk van alle aandacht en liefde die de kleine
Deniz kreeg. En hij genoot er zichtbaar van!
Deniz
is een paar dagen later op vakantie gegaan naar Turkije. Hij heeft zijn opa en
oma voor de laatste keer gezien en afscheid genomen van het land waar hij van
droomde.
Ik
heb hem na zijn vakantie opgezocht en hij gaf me het gevoel dat hij het zo goed
vond.
Niet
lang daarna is Deniz overleden.
De
drukte tijdens de condoleance was enorm. Ik stond in de rij om zijn familie
sterkte te wensen en ik had ook iets voor Deniz bij me. Een schaalmodel van
mijn Ferrari voor deze kleine jongen. Ik heb de auto op de kist gezet, naast de
foto en het shirt van Feijenoord. Deniz kon zichzelf niet beter maken. Hij wist
niet hoe.
Maar
hij heeft me wel iets belangrijks geleerd. Hoe het ook met me gaat, wat er ook
met me gebeurt, ik kan het zelf beter maken.
Auteur:
Jan Machiela | 2002
Reacties
Een reactie posten