Verdomme, weer geen krant...

Niks lekkerder dan 's ochtends uitgerust en fris gedoucht de dag op te starten. Nou, meestal dan. Want soms wordt dat verstoord door de kat die een haarbal op de deurmat uitspuwde, een hoofdpijntje of... de ochtendkrant die niet in de (buiten)brievenbus zit.
De ochtendkrant die door de week vòòr zeven uur en op zaterdag vòòr half acht in de bus hoort te zitten. Als dat na een paar keer heen en weer wandelen van de voordeur nog steeds niet het geval is, neemt de irritatie toe.
In het weekend helemaal. Want dan ben ik vaak nog niet fris geknipt en geschoren en slof ik op oranje Crocs, geruite pyamabroek en slaap T-shirt naar de brievenbus. Als begin van het zaterdagochtendritueel een paar uur door te brengen met de weekendkrant en alle bijlagen. Lekker! Behalve als ik na meerdere ochtendwandelingen de krant te laat (of één keer helemaal niet) uit de bus kan vissen.

De afgelopen maand was het echt achter elkaar bingo! Meerdere keren per week geen krant die ik voor de aanvang van mijn noeste arbeid kon lezen. Samen aan tafel met mijn lieffie. Zij het hoofdkatern, ik de regiobijlage of het sportkatern. En dan ruilen als we die uit hebben. 
Om de stoom meteen maar even af te blazen ben ik het servicenummer van de krant gaan bellen. Dan ontdek je dat stoom afblazen niet lukt en de ketel bijna ploft! Na twee keer drie herhalingen om de datum van bezorgen in te spreken te hebben genegeerd wordt je eindelijk doorverbonden met een mens. Tot nu toe altijd van het vrouwelijke geslacht en dan bind ik automatisch al weer iets in. Ze noteren heel beleefd en geduldig de gegevens en op zaterdag krijg je dan zelfs een tegoedbon voor de krant gemaild. Joepie! Mag ik een gratis krant ophalen bij de boekhandel in het dorp... IN MIJN PYAMA ZEKER!?!

Toen dit ritueel zich op een doordeweekse ochtend herhaalde en ik vroeger belde dan gebruikelijk (rond half acht), was ik weer ruim vijf minuten verder en verwachte een vriendelijke vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. Wat schets mijn verbazing, er start een nieuw bandje met de tekst: "Helaas is er op dit moment niemand aanwezig op deze afdeling. U kunt uw klacht over de bezorging ook melden via onze website." Alsof ik dat nog ga doen! Een serviceafdeling voor een krant de vòòr zeven uur bezorgd moet zijn is zelf om half acht nog niet bereikbaar. Dat is goed georganiseerd.

Al die meldingen resulteerden er wel in dat ik werd teruggebeld door iemand die hoger in de rangorde stond. Klein plusje voor de uitgever. De klacht van het bandje zou worden onderzocht en ter compensatie voor de slechte bezorging kregen we twee weken abonnement cadeau. 

De volgende dag had ik weer geluk en was er geen krant. Ik bedacht me dat het weinig zin had om weer te bellen, wat ik uiteindelijk wel heb gedaan omwille van de dossiervorming.
Ik besloot het anders aan te pakken en de bezorger op te wachten.
Nee, niet om hem de huid vol te schelden of erger, maar om hem uit te leggen waarom het voor mij zo vervelend is als hij (het bleek inderdaad een mannelijk exemplaar te zijn) de krant te laat bezorgt.
Ik hoorde de buitenbus klepperen en zag vanuit huis een jongen van een jaar of zestien aan zijn fietstassen frunniken en haastte me naar buiten. Druk met zijn mobieltje en door de oordopjes afgesloten van de hoorbare buitenwereld, benaderde ik hem. Met mijn hand zwaaide ik voor zijn gezicht en verschrikt keek hij op en deed zijn dopjes uit.

'Ik ben Jan', zei ik, terwijl ik mijn hand uit stak. 'Ik woon hier'. Terwijl hij mijn hand schudde mompelde hij verlegen zijn naam. 
Ik vroeg hem of hij dit baantje al lang had en hij vertelde dat het zijn eerste maand was. Ik vroeg en of hij wist dat hij regelmatig ruim na zeven uur bij ons de krant bezorgde. Dat wist hij en hij liet zijn 'looplijst' zien en zei dat wij het laatste adres op zijn lijst zijn.
'Als je bij ons op tijd wilt zijn. dan zul je aan het begin eerder moeten vertrekken', zei ik tegen hem. Daar was hij het mee eens. 'Ik snap dat je soms liever in bed wilt blijven liggen, of dat het de avond ervoor een keertje laat is geworden, misschien is er wel iets ernstigs gebeurt waardoor je een ronde mist of te laat bent.' Ik legde hem uit waarom wij juist de krant op tijd willen hebben. Omdat ik na half acht geen tijd meer heb en het 's avonds geen zin heeft om de ochtendkrant te lezen en dat het behalve dat ook nog eens zo is dat ik er voor betaal.'
Hij begreep het en beloofde verbetering.
Toen vroeg ik hem of het nog wel redelijk betaald werd, zo'n krantenwijk. Hij lachte verlegen. 
'Dan heb ik nog een voorstel voor je', zei ik. 'Aangezien wij toch het laatste adres van je ronde zijn, zou je me een groot plezier doen als jij iedere ochtend de krant in de brievenbus van de voordeur doet in plaats van aan het hek. Dan hoeven wij niet meer in pyama naar buiten.' Dat doe ik voor u meneer', was zijn antwoord.
'Dan wil ik je belonen en iedere maand tien Euro aan je geven voor de moeite', zegde ik hem toe voor zijn spontaniteit en inzet. 'Dat hoeft echt niet meneer', zij hij. 'Ik doe het graag voor u.'
Iedere ochtend als ik naar de voordeur loop, zie ik de krant in de brievenbus en krijg een glimlach op mijn gezicht. Bedankt krantenbezorger. Ik maak het nog wel goed met je!

Auteur: Jan Machiela | juni 2017 

Reacties